Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Tsade.] Die mijn vijanden zijn [110]zonder oorzaak, hebben mij [111]als een vogeltje [112]dapperlijk gejaagd. 110. Dat is, zonder dat ik hun ooit enig kwaad heb gedaan of gezocht te doen. Of zonder dat zij enig voordeel daarvan hebben te verwachten; zie Ps.35:7, en Ps.69:5, en Ps.109:3, en Ps.119:161. 111. Dat is, gelijk een vogelvanger de vogeltjes zoekt te vangen; vergeljk Ps.11:1, en Ps.102:8, en Ps.124:7; Pred.9:12. 112. Te weten om mij ten enenmale ten verderve te brengen. Hebreeuws, jagende gejaagd.